Al negen maanden wordt de economie geplaagd door de kredietcrisis. In dezelfde
periode zijn de voedselprijzen omhoog geschoten. Olie en veel andere
grondstoffen zijn onbetaalbaar. En de euro is nog nooit zo duur geweest.

Het zijn vier plagen die ieder afzonderlijk al voor aardig wat
economische problemen zouden zorgen. Logisch dat de economische bureaus
elkaar al maanden proberen te overtreffen in zwartgalligheid.

Ons eigen Centraal Planbureau is pessimistisch over de Nederlandse economie.
Dat we dit jaar groeien, komt eigenlijk alleen maar door naijleffecten van
de hoge groei eind 2007.

Ook de Europese Centrale Bank ziet donkere wolken. Donderdag schreef de
bank dat kredietcrisis een groter negatief effect op de economie zal hebben
dan eerder gedacht.

De Wereldhandels-organisatie voorspelde dezelfde dag dat de groei van de
wereldhandel in 2008 zal vertragen

Het IMF schreef dat de kans op een wereldwijde recessie nu 25 procent is. Veel
economen denken dat die kans voor de Amerikaanse economie de honderd procent
al dicht is genaderd.

Aan doemscenario’s geen gebrek. Maar als de economische neergang
zo onontkoombaar is, zouden we daar dan nu niet al veel meer van moeten
merken? Waar blijft die recessie eigenlijk?

De Nederlandse economie, bijvoorbeeld, houdt bijzonder dapper stand. Afgelopen
donderdag bleek dat de werkloosheid in de eerste drie maanden van dit jaar
met vierduizend is gedaald.

De Nederlandse export steeg – ondanks de dure euro – in februari met maar
liefst negen procent. De industriële productie stijgt ook nog steeds, en lag
in februari een procent hoger dan een jaar eerder.

Nederlandse bedrijven hebben dan ook veel vertrouwen in de economie. De
index voor het producentenvertrouwen daalde in maart weliswaar wat, maar
staat nog altijd dicht bij de hoogste stand ooit.

Alleen de Nederlandse consumenten zien het al een tijd niet meer zitten. Het
consumentenvertrouwen staat nu op min negen. Dat betekent dat er meer
pessimisten dan optimisten zijn.

Aan de andere kant staat het vertrouwen van de consument er ook weer niet
dramatisch slecht voor. Zo was in iedere maand tussen april 2002 en februari
2006 de vertrouwensindex lager dan nu.

De uitgaven zijn dan ook niet ingestort. Sterker: volgens de laatste cijfers
van het CBS lag de consumptie in januari bijna twee procent hoger dan een
jaar eerder. Dat is geen reusachtige groei. Maar een recessie ziet er heel
anders uit.

Ook elders in Europa gaat het verrassend goed. De export blijft groeien
en de werkloosheid is lager dan ooit. De bouwuitgaven stijgen stevig door -
ondanks het knappen van de vastgoedbubbel in een aantal EU-landen. En de
Europese industrie produceerde in februari 3,1 procent meer dan een jaar
eerder.

Net als in Nederland lijkt alleen de Europese consument geraakt door de
crisis. In februari daalden de winkelverkopen in het eurogebied licht.

Zelfs in de VS lijkt het beter te gaan dan een paar maanden geleden
werd gevreesd. Dankzij de goedkope dollar is de export enorm gestegen. In
februari 2008 lag de Amerikaanse uitvoer van goederen en diensten ruim
twintig procent hoger dan een jaar eerder.

De Amerikaanse industrie is nog niet in een recessie beland, maar produceerde
in maart anderhalf procent meer dan een jaar geleden.

Wel loopt de Amerikaanse werkloosheid op. Dat is natuurlijk een slecht teken.
Maar het tempo waarmee dat gebeurt is vele malen trager dan tijdens het
begin van de (milde) recessie van 2001.

Al met al vallen de economische gevolgen van ‘de ergste financiële
crisis sinds 1929’, en de records op voedsel-, grondstof- en valutamarkten
tot nu toe mee.

Misschien is wat we zien slechts de laatste stuiptrekking van een stervende
economie. Het valt niet uit te sluiten.

Maar het is ook goed mogelijk dat de problemen overwaaien. En dat de gevreesde
recessie van 2008-2009 een flauw dipje zal blijken te zijn.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl